Een dwergkonijntje als huisdier

Dwergkonijnen kunnen leuke huisdieren zijn. Ze maken gekke sprongetjes. Ze houden van gezelschap en blijven rustig bij jouw zitten. Je kan een dwergkonijn zelfs trucjes leren zoals op zijn achterste pootjes gaan staan en door een buis kruipen en zo verder. Lees verder als je meer wil weten over dwergkonijntjes.



Dwergkonijnen zijn konijnen maar dan veel kleiner. Ze zijn afkomstig van Noord-Amerika. Ze worden niet zo groot als echte konijnen. Een volwassen dier is ongeveer 25 cm lang en weegt net geen halve kilo. Een dwergkonijn kan je als huisdier houden als je het de juiste verzorging geeft.

Een dwergkonijn moet zijn eigen plaatsje hebben. Daarmee bedoelen we een afsluitbaar hok met daarin hooi, een bakje voor voeder en een drinkbus of drinkbakje. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je het konijntje de ganse dag opsluit. Haal het konijntje er zoveel mogelijk uit en neem het konijn bij je wanneer je bijvoorbeeld TV aan het kijken bent. Dwergkonijnen vinden het leuk om in je schoot uit te rusten. Wel raden we je aan van het konijn af en toe toch eens in zijn hok te plaatsen zodat het zijn behoeften kan doen.

Dwergkonijnen eten vooral droge voeding zoals stro of hooi, wortels en groenten. Ook kan je het in beperkte mate appel geven. Als je dwergkonijn gezond eet dan moeten de keutels normaal gezien droog zijn. Als de keutels zacht zijn en aan elkaar plakken dan ben je verkeerd bezig. Zorg dan dat het meer stro en hooi eet en geef het dan voornamelijke droge voeding. Zorg er ook voor dat het dwergkonijn steeds kan drinken als het dorst heeft.

Een dwergkonijn kan je ook zindelijk maken. Eigenlijk is dit niet moeilijk. Zet het konijntje regelmatig in zijn hokje. Het konijn doet immers liever zijn behoefte op stro of hooi dan op de vloer of het tapijt. Indien mogelijk probeer je het konijn ook te belonen als je merkt dat het zijn behoefte in het hok of zijn plekje gedaan heeft. Je moet wel onmiddellijk belonen nadat het zijn behoefte gedaan heeft anders snapt het konijn het verband niet tussen de behoefte en de beloning.

Zorg dat je dwergkonijn harde voorwerpen heeft om op te knagen. Dit kan bijvoorbeeld een knaagstokje zijn. Als het dwergkonijntje niet voldoende kan knagen kunnen de tanden scheef komen te staan en te lang worden. In dat geval moet je de tanden laten knippen en dit bij voorkeur bij een dierenarts. Zorg dat je dwergkonijn ook regelmatig eens op een ruige ondergrond kan lopen. Hierdoor slijten de nagels en worden deze niet te lang. Als de nagels te lang worden moet je deze ook laten knippen.

Je kan gemakkelijk zien dat je dwergkonijn gezond is. Een gezond dwergkonijn heeft een glanzende vacht. Er zijn geen afscheidingen aan de oren en de neus. De ogen zijn helder en de ademhaling rustig. De tanden en de nagels zijn niet te lang. Als je het konijn in je handen hebt voel je geen zwellingen. Als je toch twijfelt consulteer je best een dierenarts. Bij die dierenarts kan je ook je konijn laten inenten. Een belangrijke inenting is de inenting tegen de konijnen ziekte.

Hieronder je je een dwergkonijntje in zijn hokje. Is het geen leuk dier?